Nieuws uit de gemeenteraad - 1 juli 2025

Op 8 juli 2025

 

 

1)  Sportsite Bruul: eindelijk duidelijkheid, maar tegen welke prijs? 

In mei, nadat KDN officieel liet weten onvoldoende (financiële) draagkracht te hebben om zelf een volledige kantine te realiseren, vroegen we opnieuw om duidelijkheid over de ontwikkeling van de sportsite Bruul. De kostprijs was ondertussen opgelopen tot meer dan 1 miljoen euro, wat voor KDN onhaalbaar bleek. Dat was eigenlijk al langer voorspeld, zelfs nog vóór de vergunningsaanvraag begon. 

De nieuwe schepen is voortvarend te werk gegaan, en intussen ligt er een erfpachtovereenkomst klaar waarbij padelclub ATP de rol van bouwheer opneemt en de financiering van de kantine op zich neemt. KDN United engageert zich tot het bekostigen van de groepskleedkamers en het sanitair.

Onze fractie keurt dit punt goed omdat we vooruitgang willen zien in dit dossier. Tegelijkertijd spraken we onze bezorgdheden uit over de stijging van de kostprijs en de verwachte inbreng van elk van de partijen.

De totale kostprijs van dit project komt nu op bijna 4 miljoen euro, waarbij de gemeente 2,5 miljoen euro bijdraagt, een stijging met meer dan 50% t.o.v. 2021.

Ook van de private partners wordt een zwaar engagement gevraagd. KDN zal meer dan 500.000 euro moeten inbrengen, bovenop een aantal jaarlijkse gedeelde kosten. Ook dat bedrag ligt hoger dan bij de start van het project. Als we hun brief lezen waarin ze aangeven zich te willen focussen op hun kerntaak – het aanbieden van kwaliteitsvol voetbal – dan begrijpen we des te meer dat dit een grote uitdaging vormt binnen de grenzen van vrijwillig engagement. Wellicht zullen lidgelden stijgen, en zal een beroep moeten worden gedaan op een stevige ploeg vrijwilligers. Zeker nu er slechts vijf keer per jaar kantine-inkomsten zijn, zal het geen sinecure zijn om dit financieel rond te krijgen.

Ook het aandeel van de padelclub stijgt met bijna 50% nu zij naast de padelvelden, ook de kantine financieren, een totaalbedrag van om en bij de 1 miljoen euro.

Daarom was onze vraag in de commissie om een degelijk businessplan op tafel te leggen volkomen terecht. Zo’n plan is geen wondermiddel, maar het kan wél een duidelijker beeld geven van de inspanningen die nodig zijn – zowel voor KDN als voor de padelclub. De gemeente staat bovendien borg voor KDN, dus transparantie is cruciaal.

Tot slot: wij dragen dit project een warm hart toe en geloven in het engagement van zowel KDN als de padelclub. Maar geloof alleen is niet voldoende…

2) Onderwijs: Europese blik, maar vergeet Vlaanderen niet

Naast de geplande aanpassingen aan het school- en arbeidsreglement en de organisatie van pedagogische studiedagen, lag er een  pedagogisch project voor. . Hierin wordt onder meer benadrukt dat onze scholen hun leerlingen willen vormen tot geëngageerde Europese burgers, met oog voor mondiale thema’s en een diverse, multiculturele samenleving.

Wij vroegen om hierover in overleg te gaan met de scholen, zodat ook voldoende aandacht wordt besteed aan de Vlaamse cultuur, identiteit en geschiedenis. Het is belangrijk dat onze leerlingen niet alleen een brede kijk krijgen op wat er gebeurt in de wereld, Europa en België, maar ook stevig geworteld zijn in hun eigen lokale en Vlaamse context.

3) Lokaal ondernemen: geld blijft liggen

De jaarrekening van 2024 werd voorgelegd aan de gemeenteraad. Wat blijkt? Nog niet de helft van het voorziene budget voor lokale economie werd benut. Onbegrijpelijk.

Terwijl onze handelaars dagelijks het verschil maken in het straatbeeld en lokale werkgelegenheid, blijft het gemeentebestuur achter met  onderbenutte middelen.

Een budget voor ondersteuning van KMO’s moet niet op papier blijven staan, het moet voelbaar zijn op het terrein. Wij pleiten opnieuw voor concrete initiatieven: een ondernemersevent op initiatief van de gemeente, gerichte marktacties, een krachtige 'Dag van de Klant', …

De vraag blijft: wanneer komt er eindelijk een doordacht en daadkrachtig KMO-beleid? De volgende meerjarenplanning zal het moeten uitwijzen.

4) Vrijwilligerskorps: klaar voor crisismomenten

De voorbije jaren bleek hoe sterk de solidariteit leeft in Vlaanderen. Mensen sprongen massaal bij in crisissituaties: van hulp in vaccinatiecentra tot het ruimen van puin en het opvangen van vluchtelingen. Die spontane hulp is waardevol, maar moet goed georganiseerd verlopen.

Daarom stelden wij met onze N-VA fractie voor om ook in Holsbeek een vrijwilligerskorps op te richten: een groep getrainde vrijwilligers die ingezet wordt bij noodsituaties – als aanvulling op de professionele hulpdiensten.

Wat doet een vrijwilligerskorps?

Een vrijwilligerskorps helpt bij:

  • opvanglocaties bemannen
  • hulpgoederen verdelen
  • communicatie ondersteunen
  • praktische hulp bij evacuaties, bevoorrading of infrastructuur
  • sneeuwruimen of waterbedeling bij extreme weersomstandigheden
  • zandzakken vullen bij wateroverlast

De taken zijn ondersteunend en niet risicovol, maar kunnen wél een groot verschil maken in moeilijke momenten.

Hoe werkt het?

Vrijwilligers zijn minimaal 16 jaar en volgen een opleiding. Alleen wie gecertificeerd is, kan opgeroepen worden. De Vlaamse overheid biedt een duidelijk draaiboek via vlaanderenvrijwilligt.be, en werkt samen met het Rode Kruis Vlaanderen. Die bieden onder meer:

  • een tool om vrijwilligers snel op te roepen
  • EHBO-opleiding en jaarlijkse opfrissing
  • oefenmomenten en begeleiding
  • een platform voor vrijwilligersbeheer

Heel wat gemeenten zijn al gestart. Holsbeek kan niet achterblijven.

Waarom in Holsbeek?

Onze gemeente telt veel geëngageerde inwoners. Bij eerdere crisissituaties bleken vrijwilligers onmisbaar. Door dit te structureren, kan Holsbeek sneller en efficiënter reageren in nood. Een vrijwilligerskorps biedt:

  • zicht op wie wat kan
  • vlotte inzet zonder tijdverlies
  • betere coördinatie
  • samenwerking met omliggende gemeenten

Antwoord:

Het bestuur gaf aan wel stappen te willen zetten rond vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld via een talentenbank, maar vindt de oprichting van een echt vrijwilligerskorps momenteel te arbeidsintensief. We begrijpen dat dit nu nog een grote uitdaging is, maar willen benadrukken dat er steeds meer ondersteunende tools beschikbaar komen om gemeenten hierin te ontlasten. Laten we samen vooruitkijken en die mogelijkheden benutten zodra ze er zijn.

 

5) Nieuwe GECORO: gemiste kans voor meer expertise, participatie en overleg

Het schepencollege stelde de leden van de nieuwe gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) aan, op basis van kandidaatstellingen via e-mail en vanuit de adviesraden. Zoals wettelijk verplicht, werd dit ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Hierbij dienen echter enkele formele regels gevolgd te worden. Zo moeten adviesraden hun kandidaten voordragen tijdens een vergadering waarop voldoende leden aanwezig zijn en waar een meerderheid akkoord gaat.

Voor een specifieke adviesraad was dit niet het geval, waardoor de gemeenteraad dit in principe niet kan goedkeuren.

Wij stelden daarom voor om deze raad eerst opnieuw geldig te laten samenkomen en formeel te laten stemmen. Tegelijkertijd pleitten we ervoor om deze adviesraad uit te breiden. Dat is wettelijk mogelijk, aangezien onze gemeente meer dan 10.000 inwoners telt. Op die manier zou er ruimte zijn om extra experten toe te voegen aan de GECORO en kon er een volwaardige, diverse commissie worden samengesteld — met betrokkenheid van álle kandidaten die zich hadden aangemeld.

Het huidige bestuur weigerde echter op elk vlak mee te gaan in dit voorstel. Men houdt halsstarrig vast aan de “oude, beperkte” samenstelling van de GECORO. Team Holsbeek stemde ons constructieve en opbouwende voorstel unaniem weg.

Zo laat het gemeentebestuur een uitgelezen kans liggen om bij toekomstige projecten rond ruimtelijke ordening beroep te doen op bredere expertise, én om echte burgerparticipatie te stimuleren via een correcte vertegenwoordiging in de adviesstructuur.

 

 

6) Erfgoed: kennis dreigt verloren te gaan

Op 8 mei gaf het college aan geen interesse te hebben in de oprichting van een erfgoedcel. Nochtans voorziet Winar ( onze intergemeentelijke onroerend erfgoeddiesnt) in een erfgoedconvenant tussen gemeenten, waarbij de erfgoedcel instaat voor het identificeren, bewaren en bekendmaken van roerend en immaterieel erfgoed.

Dit initiatief vraagt geen financiële bijdrage van de gemeente en biedt net kansen op Vlaamse subsidies. Ook samenwerking met lokale heemkundige kringen is voorzien, zodat waardevolle kennis doorgegeven kan worden aan volgende generaties.

Het argument dat een goed werkende heemkundige kring volstaat, lijkt onvoldoende. Er is nood aan structurele borging van erfgoedkennis. Bovendien gaf IOED Winar aan bijkomende expertise te willen verzamelen.

Ten slotte wijzen wij op het belang van de erfgoedraad als forum voor dit soort dossiers, en op de vraag hoe het lokaal erfgoedbeleid in te toekomst verder uitgebouwd zal worden?

Het bestuur geeft aan liever alles zelf te beheren en geen verdere tijd  te besteden aan het doorgeven van kennis, jammer.

 

7 Toekomstige werken Rodestraat: betrek de handelaars

De handelaars in de Rodestraat hebben aangegeven bereid te zijn hun dienstverlening af te stemmen op de geplande werken. Dat is positief, maar dan moeten ze tijdig en actief te betrokken worden.

Daarom drongen we erop aan om zo snel mogelijk in overleg te gaan met de betrokken ondernemers, zodat hun noden en bezorgdheden in kaart kunnen worden gebracht. Dit overleg kan bijdragen aan gezamenlijke oplossingen om de hinder voor klanten tot een minimum te beperken.

Zowel de gemeente als de handelaars kunnen zo elk hun steentje bijdragen om de bereikbaarheid, communicatie en klantvriendelijkheid tijdens de werken te garanderen. Samenwerking is cruciaal.

 

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is